Toen wij besloten dat het heel goed zou zijn voor onze oudste om op scouting te gaan, had ik geen idee dat ik zeven jaar later zó betrokken zou zijn bij Brigitta als nu het geval is. De tweede groep waar ze op proef ging was Brigitta. Het klikte meteen. Wij leerden als eerste Woepsie en de andere kabouterleiding kennen, later nog al die andere enthousiaste jonge gasten. Van wie er een tijdens een kampvoorlichting zei: ‘Ik ben 17 en dit is mijn 25e kamp.’ Ik was op slag verkocht. Ons jongste kind volgde. Ze haalden insignes en badges, maakten vriendinnen en gingen op kamp. Ze konden ineens een vuurtje maken, kaartlezen en wisten waar noord, oost, zuid en west liggen.
Ik bracht mijn spruiten elke zaterdag met plezier naar de Krocht. Maakte een praatje, zong het Bambiliëlied uit volle borst mee, genoot van Papa-dag, de jaaropening en de open dag. En zo gebeurde het dat ik, in de keuken, werd gevraagd oudervertegenwoordiger te worden in de groepsraad. Dat was leuk, een beetje meepraten, me tegen van alles aan bemoeien en een biertje drinken met die leuke enthousiaste jonge gasten. In de groepsraad ontdekte ik ook dat Scouting Brigitta in essentie een heel serieuze groep is. Een groep die z’n verantwoordelijkheden draagt en neemt. Een groep die er belang aan hecht dat de zaken juist geregeld zijn. Een groep met diepe wortels in Noord, met tradities en een respectabele 70 jaar op de teller. Hier werd niet gelanterfant. Hier geen dikdoenerij en/of arrogantie, hier gaan de handen uit de mouwen en zorgt iedereen ervoor dat het ‘gewoon’ klopt. Ik mag dat wel.
Op een middag, nog voor ik in de groepsraad zat, sprak ik een iets oudere enthousiaste jonge gast. Hij bleek de voorzitter van de vereniging (de groepsraad) te zijn. Erwin vertelde mij dat het clubhuis een grote zorg is voor de groep. Het lekt, is nauwelijks te verwarmen en moet doorlopend verhuurd worden om de huur te kunnen opbrengen. Daarnaast heeft het geen buitenruimte en geen ‘scouting-uitstraling’. Bovendien is het huurcontract met de kerk onzeker en eindig, ‘Op een dag moeten wij hier uit’, zei hij. Erwin vertelde mij ook dat er plannen waren geweest om in het Schoterbos te bouwen en dat Brigitta toen helaas slachtoffer was geworden van de politieke besluitvorming. De teleurstelling daarover was nog steeds voelbaar. Het zag er allemaal niet goed uit. Toen besloot ik mij ermee te gaan bemoeien. Mijn kinderen (en al die andere 150 leden) moeten nog veel meer badges en insignes kunnen halen, en naar nog meer RSW’s, LSW’s, Jambo’s, kampen, opkomsten en weet ik veel gaan. Bij voorkeur ver voorbij dat moment dat ze 17 zijn en hun 25e kamp doen.
Dus mailde ik de raadsfracties en sprak ze samen met Peter en/of Karin op het gemeentehuis. Wij vertelden ze allemaal van de benarde situatie waarin de grootste Scoutinggroep van Haarlem zich bevindt. Ze luisterden allemaal en onderschreven ons probleem. Er moest iets gebeuren.
Mijn inspanningen waren ondertussen niet onopgemerkt gebleven en zo, alweer in de keuken, werd ik gevraagd voorzitter te worden van de stichting. De stichting Scouting Brigitta is namelijk verantwoordelijk voor het clubhuis. (De vereniging dat is voor het spel, de kinderen en de leiding.) De stichting beweegt op de achtergrond en zorgt dat de vereniging kan functioneren. Ze waakt over gebouw en de spullen. Ik heb daar maar ‘ja’ op gezegd en waar we toen in terechtkwamen….
Maar daarover vertel ik de volgende keer.